Binnen enkele seconden stijgt mijn hartslag, krijg ik het warm, klamme handen, mijn ademhaling versnelt, help ga ik dit echt doen?! Kan ik nog terug?!
De zon schijnt op de bergen, mensen lopen lachend en met groot gemak de berg af. Ik werp een blik naar beneden en voel blinde paniek. Maar ja ik wil me niet laten kennen, het is maar een bergwandeling, stel je niet zo aan. Opgeven, nee dat doe ik niet. Slikken, kom op, zet gewoon je ene voet voor je andere voet, er kan niets gebeuren, het is maar angst….
Tja maak dat mijn angst wijs, hij giert op volle vaart door mijn hoofd en lijf om mij ervan te overtuigen dat ik echt beter kan omdraaien, dat dit heel onverstandig is. Dat is wat angst doet, waar hij zeer bedreven in is. Hij wil je beschermen, voorkomen dat je risico’s neemt, zorgen dat alles blijft zoals het is. Veilig en vertrouwd, dan kan je niets gebeuren, zo denkt je angst. Het probleem met angst is dat hij zo goed is in zijn vak dat je soms niet eens doorhebt dat het de angst is die tegen je praat, hij kan zelfs heel rationeel en verstandig klinken. En voor je het weet bepaal niet jij, maar je angst jouw leven. Blijf zitten waar je zit. Ga niet op die berg staan, dadelijk val je naar beneden… Alleen, de mooiste uitzichten en watervallen vind je niet laag bij de grond, daarvoor moet je echt de hoogte in.
De afgelopen vijf jaar heb ik elke mogelijkheid gepakt om mijn hoogtevrees recht aan te kijken en ermee te stoeien. Bergenpaden, hangbruggen, een steen kussen met je hoofd boven de afgrond, elke keer een beetje mijn grens verleggen. Eerst goed voelen ‘wat heb ik nodig’, vooral escapes inbouwen, zorgen dat ik kan stoppen als het teveel wordt. En dan stapje voor stapje, steeds een millimeter verder dan mijn angst wil dat ik ga. Een voet op de brug en terug. Twee voeten op brug en strak naar een punt voor me kijken. Touwen krampachtig vasthouden en met een oog snel naar beneden kijken. Vooruit met twee ogen iets langer naar beneden kijken. Blijven ademen, terwijl iemand je inhaalt en je dus dichter naar de rand moet schuifelen. In het begin ging dit met behoorlijk wat paniek, tranen en boosheid gepaard, langzaam werd het minder en nu vijf jaar later, loop ik tochten waar vooraf gewaarschuwd wordt voor dodelijke valpartijen. Ja natuurlijk ben ik nog gespannen, maar de blinde paniek is verdwenen. Belangrijker is dat door mijn angst steeds recht aan te kijken, hij niet alleen bij hoogtes maar ook op andere vlakken terrein verliest. Angst om te falen, angst voor groepen, angst om niet goed genoeg te zijn, angst voor spinnen, angst om zichtbaar te worden. Bevrijdend om te ervaren.
Als je luistert naar je angst, zal hij groeien en steeds meer je leven bepalen.
Kijk naar je angst, zet een mini stap buiten je comfortzone en je krijgt steeds meer ruimte om te bewegen en je eigen leven te bepalen.
Waar ben je bang voor? Wat kun je vandaag doen (of voorbereiden) om je angst een millimeter minder speelruimte te geven? Deel het en laat hieronder je reactie achter.